Iemand verliezen die je dierbaar is veroorzaakt een hechtingswond
in de ziel. De dood van je ouders, of van een broer of zus, de dood van je
partner, de pijn die het veroorzaakt in je ziel is heftig. Er is een tijd van
troost en heling nodig. Je moet jezelf hervinden. Remmende en blokkerende
beelden uit de omgang van jou met deze persoon moeten gezien en verwerkt
worden, zodat er een rustig beeld kan komen van de ander. Het is dus niet
alleen het verlies wat je moet verwerken, maar er moet ook een verwerkt en positief
beeld zijn dat achterblijft. Als iemand waar je gehecht aan bent dood gaat,
gaat hij of zij niet voorgoed weg, maar hij of zij trekt bij je binnen.
Voor sommigen echter gaat verlating veel dieper in hun
leven. Aan de basis van hun leven is een kwetsbare plek ontstaan met allerlei
gevoeligheden. Het voelt instabiel van binnen, alsof allerlei kanten onzeker en
in de verwarring zijn. Zij zien bij zichzelf al vroeg in hun leven negatieve
beelden van verlating en instabiliteit. Verlating heeft de zich vormende
hechtingsgevoelens onderuit gehaald. Er is een onveilig en onzeker stressgevoel
achtergebleven (beangstigend impliciet emotioneel geheugen) waarin iemand zijn
omgeving ervaart als instabiel en/of onbetrouwbaar.
Er leeft een negatief beeld over belangrijke anderen, met
een overtuiging dat deze onbetrouwbaar zijn, niet beschikbaar voor steun en
verbondenheid. Mensen met het stressgevoel rondom verlating en instabiliteit
ervaren dat belangrijk anderen niet in staat zullen zijn emotionele
ondersteuning, verbondenheid, kracht of praktische bescherming te blijven
geven, omdat ze emotioneel instabiel en onvoorspelbaar (bijvoorbeeld
woede-uitbarstingen), onbetrouwbaar, of slechts onregelmatig/beperkt aanwezig
zijn. Mensen die veel te vroeg in hun leven een ouder of broer of zus door dood
of scheiding hebben verloren, kunnen ook dit stressgevoel hebben, inclusief een
overtuiging dat mensen die je lief hebt toch wel zullen dood gaan of je in de
steek zullen laten voor iemand die beter is. Het is dus een angstige verholen
overtuiging dat ze toch in de steek zullen gelaten worden. Dat bepaalt hun
waarnemen van de werkelijkheid. Maar hoezeer je ook deze mensen probeert gerust
te stellen, of hoezeer ze zichzelf ook proberen gerust te stellen, hun
lijfelijke gevoel blijft angstig en onrustig, soms zelfs geuit in agressief
gedrag.
De eenzaamheid wordt ervaren als leegte, als een je nergens
meer aan vast kunnen klampen. Besef dat sommige mensen dit al vanaf het
vroegste van hun leven zo ervaren!
Mensen met aan de basis een angstig impliciet emotioneel
geheugen en de daarbij passende stresservaringen rondom verlating en
instabiliteit ervaren het leven als instabiel, ze hebben iemand nodig waar ze
zich op kunnen verlaten, maar dan in de afhankelijke zien. Ze voelen zich aan
hun lot overgelaten en eenzaam. Hun stressovertuigingen tonen dat ze op hun
hoede moeten zijn, dat ze soms afkerig zijn van contact, dat ze valse rust
zoeken in vermijden en verslavingen.
Later in hun leven kunnen ze partners kiezen die hen
bedriegen, die onbetrouwbaar zijn (verliefd worden op een man die al getrouwd
is). In de relatie stellen ze zich vastklampend op, soms met vertoon van
jaloers gedrag jegens de ander. Er wordt veel te veel geleefd vanuit
wantrouwen, vanuit het onvermogen een ander jezelf te kunnen toevertrouwen.
Angst, paniek en verdriet slaan op ongewenste momenten toe.
Soms durven deze mensen geen echte hechting aan te gaan, ze
stellen zich ontwijkend en terugtrekkend op in hun huwelijk. Soms blijft ze
zelfs alleen en gaan ze mensen uit de weg, soms gaan ze veel wisselende
relaties aan en stellen ze zich op een onechte manier om afhankelijk op. Maar
de eenzaamheid blijft knagen: Remy alleen op de wereld. Ze missen het
basisvertrouwen en de zekerheid die nodig is om je liefdevol te verbinden met
iemand anders.
Er ontstaat een vicieuze cirkel van verlatingsangst: door de
verlatingsstress in hun angstige impliciete emotionele geheugen gaan ze
krampachtig gedrag vertonen, teveel gericht op de ander, afhankelijk of soms
zelfs agressief. Anderen laten hen hierdoor juist in de steek. "Er valt
niet met hem of haar te leven."
De paniek is soms niet mis, door te vermijden kan de angst
afnemen, maar er wordt geen rust gevonden. Ze komen niet bij het verdriet. De
depressie die dit tot gevolg heeft voelt leeg en maakt hen soms agressief naar
de ander of naar zichzelf toe.
Als je jezelf in de hier geschetste beelden herkent, zoek
dan iemand die je langdurig kan begeleiden om je innerlijke ervaringen te leren
opvangen en te verdragen. Vanuit de rust van de begeleiding kunnen deze beelden
vervolgens langzamerhand gaan transformeren in beelden waarin je niet verlaten
wordt, waar het voor je gevoel niet aan jou ligt, waarin interactiepatronen
duidelijk zijn en jouw behoeften hun vervulling vinden. Beelden die je helpen
om rust te vinden en vertrouwen.
Bidden helpt ook echt! Ik las het volgende gebed van iemand
die doormiddel van focussen werkte aan zijn traumatische ervaringen rond
verlating en instabiliteit.
“Ik kom dicht bij u, hemelse Vader en ik vraag U dat alle
mij bekende onbekende negatieve beelden, ongezonde overtuigingen, destructieve
lijfelijk opgeslagen beelden en herinneringen en alle lichamelijke klachten die
te maken hebben met mijn schema van verlating en instabiliteit zullen worden
gevonden, geopend en genezen. Doe dat alstublieft door mij te vullen met uw
licht, uw leven, uw genade, uw opstandingskracht en uw liefde. Ik vraag u dat
Uzelf mij in het focussen nabij wilt zijn (en de focusing begeleider ook wilt
vervullen met uw liefde). Ik bid om een volledige doorwerking van uw kracht in
mijn lijf en leven.”
Hoe kan je samen met een focusbegeleider hiermee bezig gaan?
Eerst wat informatie vooraf: Aangezien de vroegste psychologische
schema’s die gevormd worden in de hersenen met hechten te maken hebben (het is
namelijk heel belangrijk voor een kind veilig om zich te kunnen hechten),
zullen mensen die vanuit hun angstige impliciet emotionele geheugen gevoelig
zijn voor verlating, zich snel en heftig identificeren met het gevoel en de
afweer tegen dit gevoel. Het is voor deze mensen namelijk heel moeilijk om bij
dit gevoel te zijn, omdat de veiligheid en de behoefte aan veilige symbiose
(noodzakelijkerwijs helemaal nog even opgaan in de veiligheid en koestering van
de moeder) vroeg in hun leven niet aangevoeld, vervuld en begrepen is. Ze
zullen zich niet alleen snel identificeren met dit pijnlijk gevoel van gemis,
ze zullen zich er ook snel en wanhopig in verliezen en zodoende er niet snel
een gevoelsnotie bij kunnen laten vormen.
Het is belangrijk voor de begeleider om de focusser te laten
voelen dat hij met tegenwoordigheid van geest aanwezig is, met intense aandacht
bij het proces wat er zich in de focusser voltrekt. Bij het begin van het
focusproces gaat het erom dat de focusser eerst het verlangen naar symbiose
durft te voelen. Dit is als een start nodig om de ervaring te herontdekken van
het veilig willen ontdekken van de wereld en zichzelf. Het is nodig om verder
te komen. Prioriteit heeft het leren om vriendelijk en benieuwd zijn naar iets
in hen en ook benieuwd te zijn naar alle emoties en overtuigingen. Op deze
manier kunnen verwarrende en pijnlijk onrustige gevoelens een plek krijgen en
worden verdragen door de focusser.
Begeleid jezelf hardop als je naar binnen gaat (zie
bodyscan). Of laat de focusbegeleider je daarin leiden. Wie de aandacht naar
binnen brengt, zal ervaren dat hij zelfs bij de diepste verlating de impliciete
steun van de begeleider, van God en van zichzelf ervaart. Dat werkt meteen
opluchtend. In het begin van iedere focussessie dient dit onder begeleiding
geoefend te worden. Er ontstaat overzicht, er ontstaan beelden waarin het
diepste van de ziel zich leert te herkennen.
Besef als begeleider dat er veel pijn is geweest in het
verleden, soms niet te verdragen pijn. En deze onvermijdelijke pijn is eerst in
het heden ook niet gemakkelijk te verdragen. Jezelf splitsen in twee
verschillende kanten is daarom vaak noodzakelijk voor de cliënt geweest. De ene
kant verraad iets in de cliënt van de autonomie, het heeft de heftige neiging
zich vast te klampen aan anderen, bezitsdrang te tonen en de ander te willen
controleren, anderen ervan te beschuldigen hen in de steek te zullen laten,
nijd te voelen, te concurreren met rivalen. En de andere kant verraad iets in
hen van de verbondenheidsbehoefte en de daarvanuit zich ontwikkelende
vrijheidsdrang.
Daarom is het belangrijk steeds vriendelijkheid voor en
benieuwd te zijn naar beide kanten. Daarvan uit zal de focusser bij beide
kanten een gevoelsnotie kunnen laten opkomen. Let ook op de neiging van de
focusser zich onderworpen te voelen (angst en beklemmende onvrijheid), zich
afhankelijk te voelen (leeg en verlamd) of zich te kort voelen schieten
(extreme zelfkritiek en secundaire kwaadheid). Het kritische proces kan soms
venijnig bezig zijn tijdens een focussessie.
Een belangrijk aspect is de aanwezigheid van de begeleider.
Niet wat hij zegt is het belangrijkst (alhoewel goede begeleidingsvaardigheden
ook nodig zijn), maar zijn aanwezig zijn met intense aandacht. Als de
begeleider ook focussend bij zichzelf is, ruimte maakt voor de eigen ervaring
en de ervaring van de focusser, dan heeft dat een vertrouwend effect. Er breekt
licht door, rust en vertrouwen.
Moeilijk te verdragen en angstig impliciet
emotioneel geheugen kan worden benaderd doordat de begeleider ook het proces
bewaakt: eerst opmerken in welke hoedanigheid dit angstige emotioneel
impliciete geheugen zich aandient en vervolgens nagaan welke benadering dit
impliciet emotioneel geheugen aangeeft waarmee het benaderd wil worden. Wat wil
het niet, wat wil het wel?
De positieve ervaring van de begeleider, die met intense
aandacht aanwezig is, vraagt ook om evaluatie aan het einde van de focussessie.
Het kan aangewend worden eerst als een bescherming van wat er nieuw vanuit het
impliciete is gekomen en kan later aangewend worden als een update voor het
geheel aan ervaring van het schema verlating. De cliënt ervaart de
focusbegeleider als iemand die aandachtig is. Dat geeft het besef en de ruimte
om deze ervaring van aandachtig bij zichzelf te zijn zich eigen te maken. Zo
leert en oefent hij om bij zijn ervaring te zijn, zonder samen te vallen met
het onaangename en angstige gevoel. Hij kan focussend een relatie met
ervaringen met betrekking tot verlating opbouwen er ook in intieme relaties op
deze manier zijn eigen weg leren gaan.
Voorbeeld van het begeleiden van focussen bij verlating en
instabiliteit:
- Breng je aandacht in je lijf.
- Voel je voeten op de grond. Merk op hoe ze van binnen en buiten voelen en ook het contact met de grond.
- Volg je aandacht naar je onderbenen, langs je kuiten…, je knieën…, door je bovenbenen…, naar je zitvlak. Merk op hoe je gedragen wordt door de stoel; sta er stil hoe dat voelt en welke beelden dat oproept.
- Volg je aandacht nu langs je wervelkolom, stapje na stapje, steeds verder naar boven, bij je nieren, tussen de schouderbladen, bij je schouders. Merk op hoe het daar voelt.
- Volg je aandacht ook door je armen naar je handen, merk op hoe het voelt en volg je aandacht weer terug naar je schouders.
- Breng nu je aandacht naar je nek. Tast met aandacht je nek af, merk op hoe het daar voelt.
- Volg je aandacht naar je hoofd. Merk op hoe je hersenen in de hersenpan van je schedel liggen.
- Sta met je aandacht 30 seconden stil bij de plek van je voorhoofd (de plek waar je wenkbrauwen bij elkaar komen…
- Sta met je aandacht 30 seconden stil bij de plek van je adamsappel. Voel de emoties, je schreeuw…
- Sta met je aandacht 30 seconden stil bij je kaken, merk op hoe het daar voelt… Verkrampt?
- Sta met je aandacht 30 seconden stil bij de plek van je slapen. Merk op hoe het daar voelt…
- Volg nu je aandacht door je keel naar je ademruimte, je borst, je maag en middenrif en je buik.
- Sta twee volle minuten stil bij hoe het daar voelt; komt er iets tevoorschijn wat aandacht vraagt? Sta ook stil hoe jij je daar bij voelt? Kun je erbij zijn? Is wat er tevoorschijn komt veilig voor jou? Of komt er in je lijf een afweerreactie als gevoel over het gevoel dat tevoorschijn komt?
- Ga na of je verder kunt met deze focusoefening, merk ook de begeleider op die met zijn veilige aandacht bij je is. Kijk de begeleider eventueel een moment aan en voel zijn vriendelijke en respecterende aanwezigheid. Neem dit veilige en respecterende gevoel mee naar het gevoel dat eerder tevoorschijn kwam.
- Gebruik een moment je voorstellingsvermogen om met aandacht naar vroege ervaringen in je leven te kijken. Ga nog een keer het huis van je jeugd binnen. Wat het een betrouwbare plek? Wat het een stabiele omgeving? Welke beelden komen er naar boven?
- Ga na wat je eventueel zou kunnen denken als kind in deze beelden die naar boven komen? Wat voelde het lijfelijk? Welke emotie kwam als eerste? Welke andere emoties erna?
- Misschien kun je nu ook de eenzaamheid die je in deze beelden kunt opmerken gaan voelen? Heb jij je wel eens extreem Remy alleen op de wereld gevoeld? Hoe voelt het missen van emotionele steun en van het aan je lot overgelaten worden? Vallen er in deze beelden mensen weg door de dood? Of was er iemand die je in de steek liet? Of had iemand woede-uitbarstingen? Of was iemand echt voor jou beangstigend onbetrouwbaar? Wat mis je bij jezelf? Welk basisvertrouwen en welke zekerheden werden jouw afgenomen?
- Ga na of iets in jou paniek voelt: Ik kan het niet alleen. Laat weten dat je daar bij wilt komen? In welke beelden in je leven kom je dit gevoel tegen? Hoe ben je daar iedere keer mee omgegaan?
- Ga ook vanbinnen na hoe de eenzaamheid en angst je wellicht een verholen stress opleverden van ‘Ik moet op mijn hoede zijn!’
- Misschien wil je nog een keer de begeleider moment aankijken om vervolgens dit veilige en respecterende beeld mee te nemen naar het gevoel dat eerder tevoorschijn kwam.
- Neem ook een moment om na te gaan in je geheugen of er ook beelden zijn waarin de situatie wel stabiel was en vertrouwd aanvoelde. Misschien wil je bij jezelf nagaan of je in deze situatie je wel verbonden voelde en dat het vertrouwd voelde om jezelf te kunnen zijn. Je mag ook beelden uit de bijbel (over Jezus de Messias of over God de Vader) hiervoor gebruiken die stabiliteit en vertrouwen in zich hebben.
- Wrijf met gevouwen handen in je handpalmen en zucht een minuutje heel diep en vaak door (buikademhaling; dit is een neuropsychologische techniek), totdat je een rilling ergens door je lijf voelt gaan. Dit doet de stress en de waakzaamheid dalen. Blijf met deze handeling tegelijkertijd denken aan de positieve beelden met de je sterker makende overtuigingen. Laat de opluchting en ontspanning lekker door heel je lijf gaan.
- Merk op dat je nu beter met aandacht bij de eenzame en stressvolle beelden kunt zijn. Je bekijkt ze als het ware door de bril van de beelden waarin de situatie wel stabiel was en vertrouwd aanvoelde. De ander blijft wel bij je en jij kunt je wel openen voor de ander en je kunt je liefde wel kwijt. Probeer deze mooie positieve opwinding die door deze positieve beelden worden opgeroepen diep te doorvoelen in je lijf! Vormt er zich een gevoelsnotie bij?
- Misschien is het nu het moment op te eindigen met deze focus-oefening. Neem je tijd om de beelden en de daarbij passende gevoelens vast te leggen voor je emotionele geheugen. Geef je angstige impliciete emotionele geheugen de gelegenheid zich te openen voor wat er door de positieve impliciete beelden heen duidelijk –expliciet- wordt.
- Misschien wil je in gebed God vertellen wat je hebt ervaren.
- Kom op jouw tempo weer rustig met je aandacht in het contact met de buitenwereld. Zie je begeleider.
- Misschien heb je de behoefte om het proces van deze focussessie met je begeleider te bespreken. Misschien heb je de behoefte om het een en ander in stilte te laten bezinken.